De
fundamenten van de eerste kerk van Nuth.
© door Miel Bruls
In
het stadsarchief van Aken bevindt zich reeds bijna 300 jaar lang een tekening
van de eerste kerk van Nuth, iets wat aan weinig Nuthers bekend is.
Het
Domkapittel van Aken was namelijk
eigenaar van onze kerk. Deze oude kerk werd afgebroken, nadat de huidige kerk
in 1765
er over heen was gebouwd. Het grondplan van ons oude godshuis is bewaard
gebleven, omdat
het tussen 1706en 1744 werd getekend door Laurenz Meffer uit Aken, in het
Latijn Mefferdatis
genoemd. Mefferdatis, geboren op 2 september
1677, was als architekt in dienst van de stad Aken.
De fundamenten van de huidige kerk volgens bouwtekening Architect Rademakers 1920 (in paars de -hergebruikte- delen behorend bij de kerk van 1765) |
Hij
stamde uit een familie van metselaars en had als bouwvakker in de praktijk het
vak geleerd. Ofschoon Johan Couvens in die tijd in de stad de bekendste
architect was,
deed Laurenz in vakkennis niet voor hem onder. Hij muntte bovendien uit in
technische tekeningen
van machines en instrumenten. Ook vermeldt hij op zijn bouwtekeningen de prijzen
van de benodigde materialen. Volgens Meferdatis moeten de prijzen voortaan berusten
alleen op de meters hout, die gebruikt worden en mag het afval niet worden
meegeteld. Hout werd toendertijd niet gezaagd maar met de bijl vierkant
gekapt.
Zijn grootvader
Laurens was als metselaar van Milaan naar Aken gekomen en ook zijn vader
Stefan Meffer was als "Ratssteinmetz " in dienst van de stad. Maar
vader Stefan stierf jong, en Laurenz moest als enige zoon voor zijn moeder en zijn
zussen zorgen. Hij trouwde later met Maria Cortenbach en woonde met zijn 7
kinderen in de Adalbertstraat.
In
Aken was werk genoeg voor hem, want na de grote brand van 1656 waren in de hele
stad nog maar 450 huizen overgebleven. Kastelen
hoefde Laurenz niet te bouwen, zijn opdrachtgevers waren nu rijke textielfabrikanten,
die passende woningen behoefden.
Aken
ontwikkelde zich in die tijd om zin warme bronnen tot badcentrum en Mefferdatis ontwierp
hiervoor het 3-Koningen en het Corneliusbad. Hij was een specialist voor de toevoer van het
bronwater, maar bij de aanleg van de gewelven van het Karlsbad in 1706 kreeg
hij zelf een ongeval. Zijn kerken zijn grote hallen, gestut door pilaren, zoals
de Theresia-kerk in Aken en de Nicolaas in Eupen.
Omdat
de kerk van Nuth bouwvallig was en tot het eigendom hoorde van het kapittel van Aken,
kreeg Mefferdatis de opdracht de fundamenten te meten. Wellicht was herbouw op
de bestaande fundering mogelijk, want het gebouw was al lang de instorting
nabij. Maar haar bezitters
d.w.z. het Kapittel, pastoor Leyen en de gemeente voelden niets voor nieuwbouw en
met kleine reparaties, die niet veel kostten, stelde men de gelovigen gerust.
Vanwege instortingsgevaar
werden de gewelven van gemetselde steen in 1698 vervangen door een plat dak
van hout en leem en werd hoge kerkmuur bij de toren hersteld. Toen
Engelse troepen tijdens
de Spaanse successieoorlog (1702 - 1713 ) Nuth binnenvielen, bleef de kerk gespaard
van vernielingen, dankzij het optreden van de dikke Hollandse wachtmeester.
Deze gulzigaard verorberde in een keer een hele gans, volgestopt met een kilo
spek.
Pastoor
van der Leyen voorzag hem en zijn officieren in de smidse van Houben zodanig
van eten, dat ze afzagen van plunderingen.
Ook de zware aardbeving van 13
januari 1714 had de kerk geen goedgedaan. Een jaar later veroorzaakte de regen
grote schade aan het plafond. omdat de waterafvoer van de toren stuk was. Na de
reparatie van het schip 1719, werd de
kerk opnieuw gepleisterd en overgewit. Maar
toen ontstonden er zo'n grote gaten en scheuren, dat men het plafond met balken
moest verstevigen. Frans Crijns, pachter van de Nuinhof ( bezit van het
kapittel ) werd verplicht de klokkenstoel te repareren, en na zijn dood in
September, zorgde zijn zoon Reyner ervoor dat het schip gepleisterd , overgewit
en van onder gezwart werd. Ook het
" pavement' van het schip wordt betegeld met blauwe Ardense plavuizen en timmerman
Jan Meys uit het Horen slaat ijzeren banden om de eerste balk van het middenschip.
In
juli 1722 komtde nieuwe pastoor Hendrik
Wolters naar Nuth en ontvangt aldra in zijn oude pastorie bij de Ping Mefferdatis.
De deskundige bouwmeester moet gezien hebben,
dat de kerk niet meer te redden is, maar
de pastoor en zijn opdrachtgever, het Kapittel, voelen niets voor nieuwbouw.
Mefferdatis
keert terug naar Aken. Als zijn vrouw in 1738 gestorven is, verhuist hij naar
de Ontstrasze. Hier is hij met 71 jaar
overleden op 20 september 1748.
5
Jaar later verplicht de Souvereine Raad van Brabant het Akense Kapittel in Nuth
een nieuwe kerk te bouwen. De toren wordt verplaatst naar de westkant van de
kerk en moet zo hoog worden, dat heel de parochie de klokken kan horen luiden.
In 1763 wordt de eerste
steen gelegd. en 1 jaar later begint
aannemer Nicolaes Lousbergh uit Maestricht de oude
kerk af te breken; de kerk, waarin het bidden gevaarlijk was geworden...
Tekening van de fundamenten van de eerste kerk van Nuth getekend door Mefferdatis omstreeks omstreeks 1723 (door Miel Bruls in Aken overgetekend) |
Mefferdatis'
tekening in het boek "Architectura" van Johan Couven is onze enige
informatie over het afgebroken godshuis:
A:
de ingang van de kerk
B
: het schip
C
: rouwkapel
D
: binnenhof onder de toren
E:
zijbeuk
F
: het koor
G:
de sacristie
Wellicht
heeft de lage toren gesteund op de brede muren van het binnenhof, in het midden
van de kerk. Merkwaardig is ook de
ligging van de sacristie aan de noordzijde van de kerk, tegenover het huis van
de blinde pastoor Wolters.
Alle
afmetingen zij in Akense voeten, 1 voet : 29 cm. De voorgevel is 52 voeten
breed, circa
15 meter, maar de breedte van het schip slechts 7 m. De lengte is 80 voet : 23m.
Het is interessant om de maten te vergelijken
met de nieuwe kerk van 1765. Ook de nieuwe kerk is 22 m lang en 10 m breed, de
breedte van het oude schip en de zijbeuk samen. Als het mogelijk was, gebruikte
men de fundamenten opnieuw. De verhouding tussen breedte en lengte van de nieuwe
kerk is ook nu nog gelijk: 34 voet : 73 voet als 10 m :22 m. De nieuwe toren
werd iets breder dan de oude : van 20 voet naar 6 m 40. De bijgevoegde
plattegrond van de oude kerk werd door Miel Bruls nauwkeurig in Aken
overgetekend.